In de groep jonge mantelzorgers die allemaal altijd keurig op tijd binnenkomen praten we met elkaar over wat je thuis allemaal doet. Deze middelbare school leerlingen vinden het lastig merken we want het is toch heel normaal dat je thuis helpt: het hoort erbij, is normaal en het is nodig. Je vader of je moeder kan er toch ook niets aan doen dat hij of zij ernstig ziek is of je gehandicapte broertje zoveel aandacht nodig heeft?
Het gesprek komt moeizaam op gang merken we, totdat een deelnemer boos wordt en aangeeft soms zo moe te zijn en alles te moeten doen in huis. Er is nooit aandacht voor haar voor haar gevoel: het maakt niet uit wat ze doet en wat voor cijfers ze haalt, haar ouders hebben niet eens tijd om naar haar rapport te kijken. Waarom zou ze dan nog naar school gaan?
Dit breekt het ijs ook bij de anderen: langzamerhand durven meer jongeren aan te geven dat het wel lastig kan zijn. Dit komt tot uiting als we een “boos-oefening” doen, die slaat erg aan. Daarna merken we dat de deelnemers elkaar tips gaan geven en ook vertellen wat niet handig is. Als coaches merken we dat ze mooie stappen met elkaar aan het zetten zijn, onze rol wordt even meer toeschouwer en dat is bijzonder fijn om te merken. We zijn trots op de groep, en dat vertellen we ze ook!